Hogere tarieven box 2 en 3 stellen dga voor winstuitkeringsdilemma

https://www.numlock.nl/wp-content/uploads/Tarieven.jpg

Ondernemers die winst in hun persoonlijke BV hebben gestald, moeten een keuze maken nu de belastingtarieven in box 2 en 3 van de inkomstenbelasting in 2024 omhooggaan, schrijft het FD. De grote vraag is of het slim is de vergaarde winst nog dit jaar aan zichzelf uit te keren.

Per 1 januari gaat het hoge tarief in box 2 (voor bedragen boven de 67.000 euro) niet naar 31 procent, maar naar 33 procent, zo besloot de Tweede Kamer afgelopen week. Het lage tarief wordt 24,5 procent. De belasting in box 3 gaat van 32 procent naar 36 procent en niet, zoals eerder voorgesteld, naar 34 procent.

Laag tarief box 2 altijd voordeliger

Met de invoering van het tweeschijvenstelsel en de tariefsverhogingen in box 2 en 3 komt de vraag aan de orde of winsten in een persoonlijke BV niet beter kunnen worden uitgekeerd en verder privé worden belegd, aldus het FD. Dat liet René Bruel, expert vermogensplanning bij ABN Amro MeesPierson, uitrekenen wanneer het voor belastingplichtigen gunstig uitpakt om nog in 2023 dividend uit te keren. Dat verschilt per situatie, maar in algemene zin stelt hij dat, als er na 2023 vermogen uit de BV kan worden gehaald tegen het lage tarief van 24,5 procent, het altijd voordeliger is om dat te doen in plaats van nog dit jaar dividend uit te keren tegen het huidige tarief van 26,9 procent en privé te gaan beleggen.

Korte uitsteltermijn kan pleiten voor afrekenen

Is het onvermijdelijk om in de toekomst tegen het 33 procent-tarief af te rekenen, dan hangt de keuze af van het aantal jaren dat de belastingafdracht nog kan worden uitgesteld en het rendement dat gedurende die periode wordt gemaakt. ‘Als vuistregel geldt dat naarmate de uitstelperiode korter is en het rendement hoger, het eerder voordelig is om nog dit jaar af te rekenen in box 2 tegen 26,9 procent in plaats van in de toekomst tegen 33 procent.’

Koen Moonen

Etiam rhoncus. Maecenas tempus, tellus eget condimentum

e-mail telephone number

Wijzigingen belastingen 2024, wat weten we al?

https://www.numlock.nl/wp-content/uploads/Prinsjesdag-1.jpg
Koffertje Minister President Prinsjesdag 2023

Op Prinsjesdag, 19 september 2023, worden de belastingplannen voor volgend jaar bekendgemaakt, ondanks de demissionaire toestand van het kabinet. De vraag is wat daardoor überhaupt de omvang van het Belastingplan 2024 zal zijn. Welke wijzigingen zijn al wel bekend van de plannen op fiscaal gebied?

Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR)

De BOR en de DSR zijn belangrijke faciliteiten bij het schenken of erven van een (familie)bedrijf. De BOR en de DSR kennen een forse vrijstelling van te betalen belasting, op voorwaarde dat het bedrijf wordt voortgezet. De BOR wordt vanaf 2025 gewijzigd; een aantal onderdelen wordt echter al per 1 januari 2024 ingevoerd. Dit betreft als eerste het aanmerken van verhuurd vastgoed als belegging. (Deze wijziging geldt overigens ook voor de doorschuifregeling inzake een aanmerkelijk belang) Daarnaast wordt per 2024 ook de regeling geschrapt dat bij het gebruikmaken van de BOR of DSR maximaal 5% van het vermogen van een bedrijf uit beleggingen mag bestaan.

Wijziging belastingtarief box 2

Het belastingtarief in box 2 geldt voor inkomsten uit een aanmerkelijk belang, zoals dividend. Dit tarief bedraagt nu nog 26,9%, maar dat wordt vervangen door twee tarieven. Het eerste geldt voor inkomsten tot € 67.000 en gaat 24,5% bedragen, ofwel 2,4%-punt minder. Over inkomen boven € 67.000 gaat het tarief 31% bedragen, dus 4,1%-punt meer. Met de maatregel hoopt de regering het oppotten van winst in de bv tegen te gaan.

Energie-investeringsaftrek (EIA) versobert

Als u energievriendelijk investeert, kunt u wellicht aanspraak maken op de op de energie-investeringsaftrek (EIA). Voor de EIA geldt voor 2023 dat u 45,5% van het investeringsbedrag extra op uw winst in mindering mag brengen. Zodoende verlaagt u uw winst en betaalt u minder belasting. De EIA wordt in 2024 versoberd, wat wil zeggen dat het percentage wordt verminderd en dat het maximum investeringsbedrag waarvoor u de EIA kunt claimen, thans € 136 miljoen, eveneens lager wordt. De exacte cijfers zijn nog niet bekend.

Tip! Overweegt u een dergelijke investering, dan kan het dus interessant zijn dit nog in 2023 te doen.

Nieuwe auto wordt duurder

De aanschaf van een niet-elektrische auto wordt volgend jaar duurder. De zogenaamde vaste voet in de bpm wordt per 2024 met € 200 verhoogd.

Let op! Elektrische auto’s zijn in 2024 nog vrijgesteld van bpm, maar vanaf 2025 niet meer. Vanaf dat moment gaat dus ook de aanschafprijs van een nieuwe elektrische auto omhoog.

Einde betalingskorting inkomstenbelasting

Als u een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting in één keer betaalt, krijgt u een betalingskorting. Deze betalingskorting is voor de vennootschapsbelasting inmiddels afgeschaft, dat gaat vanaf 2024 ook voor de inkomstenbelasting gelden.

Wijziging proceskosten- en immateriële schadevergoeding

Als u fiscaal procedeert en wint, heeft u recht op een proceskostenvergoeding. Als uw procedure te lang duurt, komt daar een vergoeding voor geleden immateriële schade bij. Per 2024 wordt de proceskostenvergoeding in WOZ- en bpm-zaken verminderd en de immateriële schadevergoeding afgeschaft. Op deze manier wil het kabinet met name het procederen op basis van no cure, no pay ontmoedigen.

Wijzigingen box 3

Zoals bekend, heeft u tegenwoordig in box 3 te maken met een verschillend fictief rendement voor spaargeld en voor overige bezittingen, zoals aandelen en panden. Bezit u een appartement, dan bent u automatisch lid van de Vereniging van Eigenaren (VvE). De VvE vormt reserves voor gemeenschappelijke uitgaven, zoals schilderwerk. Uw aandeel in deze reserve dient u aan te geven in box 3. Daarvoor is vanaf 2024 wettelijk bepaald dat dit aandeel hetzelfde fictieve rendement heeft als spaargeld. Hetzelfde geldt voor een aandeel in het vermogen dat op de derdengeldenrekening van een notaris staat.

Verder hoeven vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet meer in de belastingaangifte te worden vermeld. Een andere wijziging betreft een verhoging van de heffingskorting voor groene beleggingen van 0,7% naar 1,1% van het vrijgestelde bedrag. Daarnaast wordt overwogen een apart forfaitair rendement voor vorderingen te maken. Dit percentage zou dan hetzelfde kunnen zijn als dat voor schulden.

Let op! Woensdag 6 september 2023 vergadert de Tweede Kamer over de onderwerpen die zij mogelijk controversieel willen verklaren vanwege het vallen van het kabinet. Wij houden u op de hoogte over belangrijke zaken die eventueel op de lange baan worden geschoven.

Koen Moonen

Etiam rhoncus. Maecenas tempus, tellus eget condimentum

e-mail telephone number

Laatste oproep Belastingdienst aan niet-betalers coronabelastingschulden

https://www.numlock.nl/wp-content/uploads/Belastingdienst-Envelop.png
Belastingdienst

Ondernemers met een achterstand in de aflossing van coronabelastingschulden lopen deze week tegen een harde deadline aan. Om invorderingsmaatregelen en bijkomende (veelal hoge) kosten te voorkomen, hebben zij tot en met 28 augustus 2023 de tijd om in één keer het hele bedrag van hun coronabelastingschulden te betalen.

Tijdens de coronacrisis konden ondernemers ervoor kiezen om de betaling van hun belastingschulden tijdelijk uit te stellen. Sinds 1 oktober 2022 moeten zij deze coronabelastingschulden aflossen en aan de overige voorwaarden van de betalingsregeling voldoen.

Voorwaarden betalingsregeling coronabelastingschulden

De opgebouwde coronabelastingschulden moeten sinds oktober 2022 in beginsel in maandelijkse, gelijke termijnen worden afgelost. Ondernemers hebben hiervoor vijf jaar de tijd. Voorwaarde voor de betalingsregeling is dat zij zich ook aan die maandelijkse aflossing houden.

Andere voorwaarden zijn dat zij tijdig de juiste belastingaangiften – onder meer btw en loonheffing – indienen belastingen vanaf 1 oktober 2022 en dat tijdig en volledig de betalingen worden voldaan die daaruit voortvloeien.

Brieven Belastingdienst

Als ondernemers een betalingsachterstand hebben op de coronabelastingschulden en/of de lopende verplichtingen vanaf 1 oktober 2022, ontvingen zij daarover al meerdere brieven van de Belastingdienst. In deze brieven werden zij gemaand om de betalingsachterstand in te lopen.

Let op! De betalingsachterstand kan bestaan uit niet betaalde nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022, niet betaalde aflossingen op coronabelastingschulden of uit een combinatie van beide.

Intrekken betalingsregeling

Reageerden ondernemers niet op de laatste brief uit april 2023, dan hebben zij in juli 2023 een brief ontvangen van de Belastingdienst waarin de betalingsregeling wordt ingetrokken. De datum van de brief was 15 augustus 2023. Om invorderingsmaatregelen en bijkomende (veelal hoge) kosten te voorkomen, hebben zij nog tot en met 28 augustus 2023 de tijd om in één keer het hele bedrag van de coronabelastingschulden te betalen.

Tip!Bij een achterstand van maximaal één termijn in de coronabetalingsregeling trekt de Belastingdienst niet meteen de betalingsregeling in. Het gaat dus om ondernemers die meer dan één termijn achterlopen en/of een structurele achterstand hebben op de nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022.

Voorkomen intrekken betalingsregeling

Om te voorkomen dat de betalingsregeling wordt ingetrokken, moeten ondernemers er in ieder geval zorgen dat aan alle nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022 is voldaan. Alleen dan kan men nog vragen om aanpassing van de betalingsregeling van coronabelastingschulden.

Tip! Ondernemers kunnen dan onder meer verzoeken de schuld in zeven in plaats van vijf jaar af te lossen. Ook kunnen zij verzoeken niet maandelijks, maar per kwartaal af te mogen lossen. Tot slot is het ook mogelijk eenmalig verzoeken om een betaalpauze van maximaal zes maanden. Het gevolg van zo’n verzoek is wel dat de af te lossen maandbedragen die daarna nog volgen, hoger worden.

Niet eens met intrekken betalingsregeling?

De staatssecretaris heeft toegezegd dat het intrekken van de betalingsregeling met de grootste zorgvuldigheid gebeurt. Is de intrekking niet terecht, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de Belastingdienst. De Belastingdienst kan de intrekking dan mogelijk nog ongedaan maken.

Is dat niet mogelijk, dan is het mogelijk in beroep te gaan tegen de intrekking van de betalingsregeling. Doe dit wel snel, want het beroep moet vóór 25 augustus 2023 bij de Belastingdienst binnen zijn!

Het beroep kan worden gestuurd naar:
Belastingdienst
T.a.v. de directeur
Postbus 100
6400 AC Heerlen

Invorderingsmaatregelen

Bij geen actie start de Belastingdienst met de invorderingsmaatregelen vanaf 1 september 2023. De ondernemer ontvangt dan eerst een aanmaning. Als er dan nog niet wordt betaald, ontvangt de ondernemer een dwangbevel. Betaalt de ondernemer dan nog steeds niet, dan neemt de Belastingdienst verdere maatregelen. Dit kan betekenen dat de Belastingdienst beslag legt op bijvoorbeeld de inventaris, auto of bankrekening en deze daarna verkoopt. De Belastingdienst kan ook een faillissement aanvragen.

Let op! Aan een dwangbevel kunnen hoge kosten verbonden zijn. De hoogte van deze kosten hangt namelijk af van de hoogte van de belastingschulden. Ook de kosten van een beslaglegging kunnen flink in de papieren lopen.

Koen Moonen

Etiam rhoncus. Maecenas tempus, tellus eget condimentum

e-mail telephone number